Dutch Meaning of inexhaustibility

onuitputtelijkheid

Other Dutch words related to onuitputtelijkheid

Definitions and Meaning of inexhaustibility in English

Webster

inexhaustibility (n.)

The state or quality of being inexhaustible; abundance.

FAQs About the word inexhaustibility

onuitputtelijkheid

The state or quality of being inexhaustible; abundance.

actief,gewetensvol,ijverig,Energiek,onvermoeibaar,intens,nauwgezet,meedogenloos,onvermoeibaar,onverminderd

apathisch ,informeel,lui,futloos,achterblijver,loom,lui,lusteloos,lui,lui

inexhaustedly => Onuitputtelijk, inexhausted => onuitputtelijk, inexhalable => niet-inademend, inexertion => inspanning, inexecution => niet-uitvoering / wanprestatie,