Dutch Meaning of indignity
onwaardigheid
Other Dutch words related to onwaardigheid
- belediging
- misdrijf
- Verontwaardiging
- sarcasme
- belediging
- weerhaak
- dartpijl
- schande
- beledigen
- epitheton
- naam
- overtreding
- persoonlijkheid
- Klap
- licht
- onduidelijk
- Misbruik
- baksteen
- kattenbel
- kritiek
- knippen
- graven
- dis
- afkeuring
- oneer
- plaagstoot
- omgorden
- invectief
- spotten
- gijpen
- spotten
- smaad
- prikken
- neerleggen
- grap
- schaamte
- spot
- vegen
- honen
- kwelling
- Marteling
- Smaad
Nearest Words of indignity
Definitions and Meaning of indignity in English
indignity (n)
an affront to one's dignity or self-esteem
indignity (n.)
Any action toward another which manifests contempt for him; an offense against personal dignity; unmerited contemptuous treatment; contumely; incivility or injury, accompanied with insult.
FAQs About the word indignity
onwaardigheid
an affront to one's dignity or self-esteemAny action toward another which manifests contempt for him; an offense against personal dignity; unmerited contemptuou
belediging,misdrijf,Verontwaardiging,sarcasme,belediging,weerhaak,dartpijl,schande,beledigen,epitheton
toejuiching,applaus,aanbeveling,compliment,Lof,erkenning,vleierij,vleierij
indignities => beledigingen, indignify => vernederen, indignation => verontwaardiging, indignantly => verontwaardigd, indignant => Verontwaardigd,
