Dutch Meaning of independency
onafhankelijkheid
Other Dutch words related to onafhankelijkheid
Nearest Words of independency
- independent => onafhankelijk
- independent agency => Onafhankelijk agentschap
- independent clause => Hoofdzin
- independent state of papua new guinea => Onafhankelijke staat Papoea-Nieuw-Guinea
- independent state of samoa => Onafhankelijke Staat Samoa
- independent variable => Onafhankelijke variabele
- independentism => independentisme
- independently => onafhankelijk
- indeposable => niet afzetbaar
- indepravate => verdorven
Definitions and Meaning of independency in English
independency (n)
freedom from control or influence of another or others
independency (n.)
Independence.
Doctrine and polity of the Independents.
FAQs About the word independency
onafhankelijkheid
freedom from control or influence of another or othersIndependence., Doctrine and polity of the Independents.
Autonomie,vrijheid,onafhankelijkheid,Soevereiniteit,emancipatie,bevrijding,vrijheid,bevrijding,manumissie,Vrijgave
afhankelijkheid,afhankelijkheid,onderwerping,gevangenschap,slavernij,heteronmie,gevangenisstraf,opsluiting,onderwerping,onvrijheid
independence hall => Onafhankelijkheidshal, independence day => Onafhankelijkheidsdag, independence => onafhankelijkheid, indenturing => kontraktering, indentured => gecontracteerd,
