FAQs About the word improviser

improvisator

One who improvises.

bedenken,bedenken,improviseren,improviseren,klappen (samen of omhoog),nep,Uitkomen,uitvinden,Fabricage,Verzinnen

indelen,overwegen,leggen,voorbereiden,Klaar,overwegen,oefening,Oefening,Studie,overdenken

improvised => geïmproviseerd, improvise => improviseren, improvisatrice => improvisatrice, improvisatory => improviserend, improvisatorial => improviserend,