Dutch Meaning of imperturbably
ongestoord
Other Dutch words related to ongestoord
Nearest Words of imperturbably
- imperturbableness => onverstoorbaarheid
- imperturbable => onverstoorbaar
- imperturbability => onverstoorbaarheid
- impertrubable => onberoerlijk
- impertransible => intransitief
- impertransibility => Onvergeeflijkheid
- impertinently => onbeschaamd
- impertinent => impertinent
- impertinency => onbeschaamdheid
- impertinence => onbeschaamdheid
Definitions and Meaning of imperturbably in English
imperturbably (adv.)
In an imperturbable manner; calmly.
FAQs About the word imperturbably
ongestoord
In an imperturbable manner; calmly.
kalm,gezamenlijk,beheerst,koelbloedig,Koel,vreedzaam,kalm,kalm,onverschillig,zachtmoedig
opgewonden,amok,amok,verward,wanhopig,hectisch,frenetiek,hectisch,koortsachtig,waanzinnig
imperturbableness => onverstoorbaarheid, imperturbable => onverstoorbaar, imperturbability => onverstoorbaarheid, impertrubable => onberoerlijk, impertransible => intransitief,