Dutch Meaning of imparity
onevenheid
Other Dutch words related to onevenheid
Nearest Words of imparity
- imparisyllabic => ongelijkmatig van lettergrepen
- imparipinnate => Oneven geveerd
- imparidigitate => Ongelijktenig
- impardonable => onvergeeflijk
- imparalleled => ongeëvenaard
- imparadising => paradijselijk
- imparadised => paradijselijk
- imparadise => paradisiac
- impanelment => Samenstelling van de jury
- impanelling => samenstelling van de jury
Definitions and Meaning of imparity in English
imparity (n.)
Inequality; disparity; disproportion; difference of degree, rank, excellence, number, etc.
Lack of comparison, correspondence, or suitableness; incongruity.
Indivisibility into equal parts; oddness.
FAQs About the word imparity
onevenheid
Inequality; disparity; disproportion; difference of degree, rank, excellence, number, etc., Lack of comparison, correspondence, or suitableness; incongruity., I
verschil,onenigheid,discrepancie,verscheidenheid,ongelijkheid,onderscheidenheid,divergentie,diversiteit,ongelijkheid,nonequivalentie
gelijkwaardigheid,compatibiliteit,coördinatie,correlatie,correspondentie,Gelijkheid,equivalentie,equivalentie,par,pariteit
imparisyllabic => ongelijkmatig van lettergrepen, imparipinnate => Oneven geveerd, imparidigitate => Ongelijktenig, impardonable => onvergeeflijk, imparalleled => ongeëvenaard,