Dutch Meaning of hit or miss
Hit or miss
Other Dutch words related to Hit or miss
- Willekeurig
- grillig
- willekeurig
- verspreid
- toevallig
- doelloos
- informeel
- contingent
- onsamenhangend
- willekeurig
- gelukkig
- oneven
- slordig
- zwerver
- alles wat je kunt krijgen
- kans
- riskant
- doelloos
- wanordelijk
- ongeorganiseerd
- Fluke
- meevallend
- helter-skelter
- onbedoeld
- incidenteel
- willekeurig
- onregelmatig
- willekeurig
- plek
- onbezonnen
- Ongericht
- niet-discriminerend
- onbedoeld
- onbedoeld
- ongepland
- onbedoeld
- niet-selectief
- onsamenhangend
Nearest Words of hit or miss
Definitions and Meaning of hit or miss in English
FAQs About the word hit or miss
Hit or miss
Willekeurig,grillig,willekeurig,verspreid,toevallig,doelloos,informeel,contingent,onsamenhangend,willekeurig
constante,continu,vast,methodisch,ordelijk,georganiseerd,regelmatig,stabiel,stabiel,systematisch
hit it off => het goed met elkaar kunnen vinden, hit it big => groot succes hebben, hit (upon) => Aantreffen, op stuiten, historians => historici, hissy fit => boze bui,