Dutch Meaning of havoc
verwoesting
Other Dutch words related to verwoesting
- chaos
- Verwarring
- afwijking
- hel
- warboel
- puinhoop
- anarchie
- rommel
- wanorde
- wanorde
- warrigheid
- wanorde
- wanorde
- gratis voor iedereen
- verdomme
- Rommel
- warboel
- Moet
- oproer
- chaos
- Slangenkuil
- Knoop
- struikelen
- welter
- doodslag door toeval
- wanorde
- mengelmoes
- knoop
- labyrint
- wetteloosheid
- maelstroom
- Wespennest
- Doolhof
- mengelmoes
- wanorde
- wangedrag
- moeras
- Schudden
- grommen
- storm
- web
Nearest Words of havoc
Definitions and Meaning of havoc in English
havoc (n)
violent and needless disturbance
havoc (n.)
Wide and general destruction; devastation; waste.
A cry in war as the signal for indiscriminate slaughter.
havoc (v. t.)
To devastate; to destroy; to lay waste.
FAQs About the word havoc
verwoesting
violent and needless disturbanceWide and general destruction; devastation; waste., To devastate; to destroy; to lay waste., A cry in war as the signal for indis
chaos,Verwarring,afwijking,hel,warboel,puinhoop,anarchie,rommel,wanorde,wanorde
order,Systeem,methode,orde,patroon,plan
havior => Gedrag, having => hebbende, havildar => sergeant, havier => Javier, haversian canal => Haversiaans kanaal,
