Dutch Meaning of hacked (off)

gehackt

Other Dutch words related to gehackt

Definitions and Meaning of hacked (off) in English

hacked (off)

angry or irritated

FAQs About the word hacked (off)

gehackt

angry or irritated

geërgerd,lastiggevallen,afgeluisterd,kreeg,geïrriteerd,vervolgd,blussen,verbrand (op),Verbrand (op),verzwarende

Verblijd,dankbaar,kalmeerde,verplicht,gepacificeerd,blij,tevreden,bedaard,verzekerd,juichten

hacked (around) => gehackt (eromheen), hack (off) => afhakken (off), hack (around) => Omzeilen (rond), haciendas => haciënda's, habitudes => gewoontes,