Dutch Meaning of habitus
Habitus
Other Dutch words related to Habitus
- uiterlijk
- aspect
- houding
- gedrag
- Gelaat
- gedrag
- jurk
- Gezicht
- kenmerken
- gewoonte
- buiten
- persoon
- Fysiognomie
- aanwezigheid
- Oppervlakken
- Gelaat
- lucht
- lager
- koets
- gedrag
- houding
- figuur
- gewaad
- kijk
- manier
- Gelaatsuitdrukking
- mal
- bedaardheid
- Pose
- houding
- Beschouwen
- vorm
- Houding
- cast
- kleur
- Kleuren
- gelaatskleur
- beurt
Nearest Words of habitus
Definitions and Meaning of habitus in English
habitus (n)
person's predisposition to be affected by something (as a disease)
constitution of the human body
habitus (n.)
Habitude; mode of life; general appearance.
FAQs About the word habitus
Habitus
person's predisposition to be affected by something (as a disease), constitution of the human bodyHabitude; mode of life; general appearance.
uiterlijk,aspect,houding,gedrag,Gelaat,gedrag,jurk,Gezicht,kenmerken,gewoonte
No antonyms found.
habiture => gewoonte, habitue => habitué, habitude => gewoonte, habituation => gewenning, habituating => doorgrondend,
