Dutch Meaning of grossly
grof
Other Dutch words related to grof
- walgelijk
- flagrant
- ellendig
- Ongezegd
- afschuwelijk
- vreselijk
- verschrikkelijk
- vreselijk
- ongepast
- onjuist
- onbetamelijk
- onvoldoende
- ondraaglijk
- ondeugend
- hatelijk
- laakbaar
- slordig
- verschrikkelijk
- ondraaglijk
- ongepast
- gemeen
- vulgair
- smerig
- abominabele
- gruwelijk
- slecht
- slecht
- vervloekt
- deplorabel
- rampzalig
- ontoereikend
- lager
- schaars
- gemeen
- gierig
- slecht
- schaars
- armoedig
- zuinig
- krenterig
- goedkoop
- onaanvaardbaar
- onbevredigend
- ellendig
- gebrekkig
- execrabel
- vreselijk
- vreselijk
- spaarzaam
Nearest Words of grossly
Definitions and Meaning of grossly in English
grossly (r)
in a gross manner
grossly (adv.)
In a gross manner; greatly; coarsely; without delicacy; shamefully; disgracefully.
FAQs About the word grossly
grof
in a gross mannerIn a gross manner; greatly; coarsely; without delicacy; shamefully; disgracefully.
walgelijk,flagrant,ellendig,Ongezegd,afschuwelijk,vreselijk,verschrikkelijk,vreselijk,ongepast,onjuist
acceptabel,toereikend,Goed,gepast,correct,netjes,prima,passend,goed,mooi
grossification => vergroting, gross-headed => Grofkorrelig, grossbeak => Dikbek, gross ton => Brutoton, gross sales => Bruto omzet,