Dutch Meaning of grandmothers
grootmoeders
Other Dutch words related to grootmoeders
Nearest Words of grandmothers
Definitions and Meaning of grandmothers in English
grandmothers
the mother of one's father or mother, a female ancestor
FAQs About the word grandmothers
grootmoeders
the mother of one's father or mother, a female ancestor
voorouders,voormoeders,voorouders,voorouders,Voorouders,voorvaderen,voormoeders,grootvaders,matriarchen,voorouders
kinderen,dochters,gezinnen,kwesties,nageslacht,zaad,zaden,zonen,afstammelingen,erfgenamen
grandfathers => grootvaders, grandfather clocks => staande klokken, grandees => grootheden, granddaddies => grootvaders, grandams => grootmoeders,
