Dutch Meaning of gave
gaf
Other Dutch words related to gaf
- gedoneerd
- vrijwillig
- bijgedragen
- gepresenteerd
- voorzien
- zich kunnen veroorloven (sɪx kœnən vərɔrlɔvən)
- toegekend
- toegekend
- gemeubileerd
- uitgegeven
- aangeboden
- weergegeven
- gaf weg
- gaf van
- beheerd
- geholpen
- ondersteund
- profiteerde
- verstrekt
- verdeelde
- begaafd
- bedeeld
- uitgebreid
- geholpen
- meegedeeld
- gekleed
- kwistig
- betaald
- onthaald
- Geofferd
- ingediend
- gebaat
- bijdragen
- gratis
- toegekend
- uitgedeeld
- is begonnen
- afgemeten (uit)
- bijdroegen
- aangeboden
- gooide in
Nearest Words of gave
Definitions and Meaning of gave in English
gave ()
imp. of Give.
gave (imp.)
of Give
FAQs About the word gave
gaf
imp. of Give., of Give
gedoneerd,vrijwillig,bijgedragen,gepresenteerd,voorzien,zich kunnen veroorloven (sɪx kœnən vərɔrlɔvən),toegekend,toegekend,gemeubileerd,uitgegeven
gehouden,gehouden,Behouden,opgeslagen,ingehouden,geavanceerd,vasten,geleend,in de zak,geconserveerd
gavage => Dwangvoeding, gauzy => doorschijnend, gauziness => wazigheid, gauze-like => gaasachtig, gauze bandage => Gaasverband,