Dutch Meaning of freeway
Snelweg
Other Dutch words related to Snelweg
- rijweg
- Autosnelweg
- Snelweg
- Weg
- rijweg
- route
- straat
- doorgaande weg
- arterieel
- slagader
- Laan
- Verhoogde weg
- rijden
- interstaat
- steeg
- Autosnelweg
- passeren
- speer
- snelweg
- Snelweg
- manier
- hoofdweg
- steeg, gang
- steeg
- Autosnelweg
- Autosnelweg
- Ringweg
- Tak
- bypass
- zijweg
- Gang
- kruispunt
- slepen
- Autosnelweg
- winkelstraat
- Hoofdstraat
- parkweg
- Ringweg
- Rij
- zijweg
- zijstraat
- Autosnelweg
- spoor
- Spoor
- pad
- Autosnelweg
- kroongevest
- Secundaire weg
- haarspeldbocht
- Doorgaande weg
Nearest Words of freeway
Definitions and Meaning of freeway in English
freeway (n)
a broad highway designed for high-speed traffic
FAQs About the word freeway
Snelweg
a broad highway designed for high-speed traffic
rijweg,Autosnelweg,Snelweg,Weg,rijweg,route,straat,doorgaande weg,arterieel,slagader
No antonyms found.
freeware => freeware, freetown => Freetown, free-tongued => Vrijpostig, free-thinking => vrijdenker, freethinking => vrijdenkerij,