Dutch Meaning of flog
gesel
Other Dutch words related to gesel
- zweepdiertje
- flick
- verbergen
- hit
- Zweepslag
- Klap
- Schuine streep
- Billenkoek
- zweep
- knal
- vleermuis
- beat
- Berk
- applaus
- clip
- Runderhuid
- knippen
- zwaaien
- zweep
- kloppen
- Leer
- mok
- pond
- punch
- zweep
- rauwhuid
- gesel
- klap
- Riem
- vegen
- schakelaar
- bruin
- thrash
- klap
- walvis
- bash
- Bedruipen
- Beslag
- benadrukken
- riem
- blackjack
- knots
- bop
- doos
- Buffet
- kurk
- buste, borstbeeld
- stok
- afrossen
- invloed
- club
- barst
- knuppel
- manchet
- geselen
- hamer
- zweep, knout
- Kant
- lambda
- lambasteren
- bekritiseren
- schuim
- wringen
- Peddel
- plakken
- Vacht
- beuken
- ruw
- Leisteen
- Slogan
- naaktslak
- straffen
- sok
- SWAT
- dorsen
- bonk
- mep
- retoucheren
- tromp
- Meppen
- overwerken
Nearest Words of flog
Definitions and Meaning of flog in English
flog (v)
beat severely with a whip or rod
beat with a cane
flog (v. t.)
To beat or strike with a rod or whip; to whip; to lash; to chastise with repeated blows.
FAQs About the word flog
gesel
beat severely with a whip or rod, beat with a caneTo beat or strike with a rod or whip; to whip; to lash; to chastise with repeated blows.
zweepdiertje,flick,verbergen,hit,Zweepslag,Klap,Schuine streep,Billenkoek,zweep,knal
bries,kust,glijden,hangen,glijden,Garde,afdrijven,drijven,Zweven,wals
floe => IJsblok, flodden => Flodden, flocky => vlok, flockmel => kudde, flockly => kudde,
