Dutch Meaning of fag
fag
Other Dutch words related to fag
- Arbeid
- streven
- Worsteling
- werk
- zwoegen
- poging, inspanning
- larve
- bult
- drukte
- ploeteren
- ploeg
- stekker
- spanning
- zweet
- Arbeid
- werk
- probeer
- aanvraag (jezelf)
- een mep uitdelen
- bever (weg)
- weggraven
- Vastpinnen (weg)
- Bloed, zweet en tranen
- Graven
- rijden
- ternauwernood bij elkaar scharrelen
- essay
- oefening
- uitoefenen
- Zich ergens hard voor inzetten
- zwoegen
- Overbelasten
- overwerk
- meedoen
- blussen
- Scrabble
- Kras
- Slogan
- Waden
- Waden
- aanpakken
- malen (uit)
- hameren
- Breken
- kont
- chill
- ledig
- ophouden
- Lounge
- rust
- verslappen
- verzachten
- niets doen
- Omzeilen (rond)
- Rondhangen (in de buurt of buitenshuis)
- verslappen (tijdens een taak)
- zonnen
- Doodle
- rotzooien
- Loeder
- hangen
- lui
- brood
- lummelen
- spelen
- ontspan
- rust
- Afgodendienst
- kleinigheid
- ontspannen
- een dutje doen
- Dabben
- talmen
- treuzelen
- nonsens
- dandy
- aanmodderen
- rondhangen
- aap (er omheen)
- Pottenbakker (er omheen)
- slenteren
Nearest Words of fag
Definitions and Meaning of fag in English
fag (n)
offensive term for a homosexual man
finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking
fag (v)
act as a servant for older boys, in British public schools
work hard
exhaust or get tired through overuse or great strain or stress
fag (n.)
A knot or coarse part in cloth.
fag (v. i.)
To become weary; to tire.
To labor to wearness; to work hard; to drudge.
To act as a fag, or perform menial services or drudgery, for another, as in some English schools.
fag (v. t.)
To tire by labor; to exhaust; as, he was almost fagged out.
Anything that fatigues.
FAQs About the word fag
Definition not available
offensive term for a homosexual man, finely ground tobacco wrapped in paper; for smoking, act as a servant for older boys, in British public schools, work hard,
Arbeid,streven,Worsteling,werk,zwoegen,poging, inspanning,larve,bult,drukte,ploeteren
Breken,kont,chill,ledig,ophouden,Lounge,rust,verslappen,verzachten,niets doen
fafnir => Fafnir, faffle => faffelen, faery => fee, faeroese => Faeröers, faeroes => Faeröer,