Dutch Meaning of disunity
verdeeldheid
Other Dutch words related to verdeeldheid
- conflict
- tweedracht
- Onenigheid
- Dissonantie
- afwijkende mening
- Wrijving
- Schisma
- strijd
- Oorlog
- oorlogsvoering
- onenigheid
- ruzie
- Botsing
- onenigheid
- Disharmonie
- geschil
- meningsverschil
- Dissidentie
- dissonantie
- onenigheid
- verdelen
- divisie
- Vijandigheid
- Disharmonie
- variantie
- interne strijd
- vijandigheid
- antagonisme
- Antipathie
- argument
- ruzie maken
- vechtpartij
- botsing
- wedstrijd
- onenigheid
- debat
- onenigheid
- vijandschap
- vechten
- spleet
- Incompatibiliteit
- incongruentie
- incongruentie
- Inconsistentie
- inconsistentie
- ruzie
- rancune
- Rij
- spuug
- ruzie
- ruzie
- kibbelen
- ruzie
- inlopen
Nearest Words of disunity
Definitions and Meaning of disunity in English
disunity (n)
lack of unity (usually resulting from dissension)
disunity (n.)
A state of separation or disunion; want of unity.
FAQs About the word disunity
verdeeldheid
lack of unity (usually resulting from dissension)A state of separation or disunion; want of unity.
conflict,tweedracht,Onenigheid,Dissonantie,afwijkende mening,Wrijving,Schisma,strijd,Oorlog,oorlogsvoering
overeenkomst,Harmonie,Vrede,akkoord,harmonie,concordantie,Gelijktijdigheid,samenwerking
disuniting => verdeeldheid zaaiende, disuniter => Verdeelstuk, disunited => Verdeeld, disunite => uiteenvallen, disunionist => separatist,