Dutch Meaning of disposer
disposer
Other Dutch words related to disposer
- storting
- lokaliseren
- plaats
- positie
- zetten
- situeren
- afzetten
- plaatsen
- repareren
- leggen
- park
- Plant
- set
- opzetten
- stok
- achtervoegsel
- anker
- Array
- samenstellen
- dragen
- applaus
- verzamelen
- nestelen
- vaststellen
- flop
- neerleggen
- Opstellen
- slot
- lodge, hut
- bewegen
- niche
- Oriëntatie
- plof
- plof
- mollig
- Plunk
- ploffen
- rang
- Herinrichten
- Opnieuw ordenen
- neerzetten
- zich vestigen
- verschuiven
- Klap
- wig
Nearest Words of disposer
Definitions and Meaning of disposer in English
disposer (n.)
One who, or that which, disposes; a regulator; a director; a bestower.
FAQs About the word disposer
Definition not available
One who, or that which, disposes; a regulator; a director; a bestower.
storting,lokaliseren,plaats,positie,zetten,situeren,afzetten,plaatsen,repareren,leggen
verhuizen,verwijderen,nemen,vervangen,verbannen,losmaken,verplaatsen,vervangen,vervangen
disposement => beschikking, disposedness => dispositie, disposed => geneigd, dispose of => afvoeren, dispose => wegdoen,