Dutch Meaning of displant
verplantsen
Other Dutch words related to verplantsen
Nearest Words of displant
- displacing => verplaatsende
- displacer => verdringer
- displacency => zelfgenoegzaamheid
- displacement unit => Verplaatsingsunit
- displacement reaction => Verdringingsreactie
- displacement => verplaatsing
- displaced person => ontheemde
- displaced fracture => Dislocatiefractuur
- displaced => ontheemd
- displaceable => verplaatsbaar
Definitions and Meaning of displant in English
displant (v. t.)
To remove (what is planted or fixed); to unsettle and take away; to displace; to root out; as, to displant inhabitants.
To strip of what is planted or settled; as, to displant a country of inhabitants.
FAQs About the word displant
verplantsen
To remove (what is planted or fixed); to unsettle and take away; to displace; to root out; as, to displant inhabitants., To strip of what is planted or settled;
vervangen,vervangen,uitknippen,verlichten,vervanger,vervangen,verplaatsen,voorkomen,zich toe-eigenen
No antonyms found.
displacing => verplaatsende, displacer => verdringer, displacency => zelfgenoegzaamheid, displacement unit => Verplaatsingsunit, displacement reaction => Verdringingsreactie,
