Dutch Meaning of diocesans
diocesanen
Other Dutch words related to diocesanen
- abten
- Aartsbisschoppen
- bisschoppen
- decanen
- pausen
- Prelaten
- ouderlingen
- geestelijken
- Geestelijken
- Monseigneur
- ouders
- Parsons
- abten
- Aartspriester
- aalmoezeniers
- vrouwelijke geestelijken
- klerken
- geestelijken
- biechtvaders
- pastoors
- curator
- diaconessen
- diakens
- geestelijken
- voorgangers
- Predikers
- priesteressen
- priesters
- rectoren
- herders
- pastoors
- missionarissen
- religieus
- geestelijken
- Kantoorbedienden
- goden
- evangelisten
- vaders
- monniken
- Heilige Joes
- bedelaars
- ministers
- missionarissen
- monniken
- monniken
- monsignores
- oblaten
- eerwaarde
- revivalisten
- Hemelpiloten
Nearest Words of diocesans
Definitions and Meaning of diocesans in English
diocesans
a bishop having jurisdiction over a diocese, of or relating to a diocese, a bishop having authority over a diocese
FAQs About the word diocesans
diocesanen
a bishop having jurisdiction over a diocese, of or relating to a diocese, a bishop having authority over a diocese
abten,Aartsbisschoppen,bisschoppen,decanen,pausen,Prelaten,ouderlingen,geestelijken,Geestelijken,Monseigneur
leken,seculier,leken,Seculieren,lectoren,leken,lectoren
dints => deuken, dins => Dinar, dinosaurs => Dinosaurussen, dinosauric => dino, dinners => diners,