Dutch Meaning of despitefulness
onvriendelijkheid
Other Dutch words related to onvriendelijkheid
- minachting
- Verachting
- minachting
- verachting
- ondanks
- afkeer
- Afkeer
- Vijandigheid
- kwaadaardigheid
- misdrijf
- minachting
- Spijt
- Afschuw
- gruwel
- Misbruik
- vijandigheid
- antagonisme
- Antipathie
- laster
- afkeer
- Gal
- bitterheid
- berisping
- veroordeling
- afkeuring
- afschrijving
- afkeer
- laster
- vermindering
- minachting
- vijandschap
- vervloeking
- gal
- wrok
- Horror
- invectief
- jaloezie
- afkeer
- kwaadaardigheid
- kwaadaardigheid
- kwaadaardigheid
- kwaadaardig
- gemeenheid
- prikken
- rancune
- afschuw
- afstoting
- Wrok
- afkeer
- belachelijk maken
- gemeenheid
- milt
- Gif
- wraakzucht
- virulentie
- vitriool
- Smaad
- afgunst
- Liefdeloosheid
Nearest Words of despitefulness
Definitions and Meaning of despitefulness in English
despitefulness
expressing malice or hate, expressing hate or the wish to harm
FAQs About the word despitefulness
onvriendelijkheid
expressing malice or hate, expressing hate or the wish to harm
minachting,Verachting,minachting,verachting,ondanks,afkeer,Afkeer,Vijandigheid,kwaadaardigheid,misdrijf
acceptatie,Bewondering,achten,schatting,gunst,Beschouwen,respect,tolerantie,aanbidding,vleierij
despises => verachten, desperados => Desperados, despairs => wanhopig zijn, desolations => verwoestingen, desks => bureaus,