FAQs About the word chiseled (in)

gebeitelde (in)

stormde (binnen),aangegrift,binnengevallen,overtreden,er tussen gegaan,geschonden,tussenbeide kwam,geinterpoleerd,intervenieerde,peuterde

Vermeden,geschuwd,verwaarloosd,over het hoofd gezien,gemeden

chisel (in) => beitelen (in), ch'is => tʃ, chis => X, chirring => tjirpen, chirred => geblakerd,