Dutch Meaning of causer
oorzaak
Other Dutch words related to oorzaak
- brengen
- Maken
- doen
- genereren
- induceren
- Produceren
- prompt
- spawnen.
- werk
- opbrengst
- verwekken
- ras
- Meebrengen
- katalyseren
- effect
- Uitvoeren
- aanmoedigen
- opwekken
- gevonden
- introduceren
- aanroepen
- maken
- gelegenheid
- promoten
- gebruikmaken van
- aanleiding geven tot
- resultaat (in)
- Vertaal (naar)
- vooruitgang
- beginnen
- voortbrengen
- Haal maar op
- cultiveren
- beslissen
- bepalen
- Ontwikkelen
- afkondigen
- vaststellen
- vader
- voorwaarts
- opvoeden
- verder
- inaugureren
- initiëren
- Instituut
- Lancering
- verzorgen
- pionier
- Renderen
- set
- opzetten
- start
- uitpakken
- leiden tot
- bijdragen (aan)
- besturing
- verliefdheid
- bevochtigen
- belemmeren
- limiet
- vernietigen
- blussen
- beperken
- verstikken
- onderwerpen
- onderdrukken
- arrestatie
- kunnen
- controle
- Trottoirband
- remmen
- neerleggen
- onderdrukken
- Beperken
- Retard
- smoren
- Pompoen
- dempen
- hard optreden (tegen)
- beteugelen
- afschaffen
- doven
- Liquideren
- nog
- (strenge maatregelen nemen tegen)
- (uit)doven
Nearest Words of causer
Definitions and Meaning of causer in English
causer (n.)
One who or that which causes.
FAQs About the word causer
oorzaak
One who or that which causes.
brengen,Maken,doen,genereren,induceren,Produceren,prompt,spawnen.,werk,opbrengst
besturing,verliefdheid,bevochtigen,belemmeren,limiet,vernietigen,blussen,beperken,verstikken,onderwerpen
causelessness => Oorzaakloosheid, causeless => oorzaakloos, causeful => omdat, caused => veroorzaakt, cause to sleep => in slaap brengen,