Dutch Meaning of canning
conserven
Other Dutch words related to conserven
- ophouden
- einde
- stoppend
- stoppen met roken
- stoppen
- breken
- afbreken
- controle
- voltooiing
- concluderend
- afsnijden
- uitsnijden
- vertragend
- stoppen
- vallen
- afwerking
- breken
- Zich onthouden (van)
- overgave
- gedaan met
- kloppen
- ontslaan
- aflaten
- inpakken
- uitschakelen
- opschorten
- afschaffing
- meeslepend
- Blokkeren
- blokkering
- roeping
- verdommend
- slopen
- Vernietigend
- aanhouding
- oplossende
- belemmerend
- holding
- belemmerend
- obstruerend
- pauze
- verwoestend
- saboteren
- Groeiachterstand
- Afbreken
- remmen
- Strikte aanpak
- sluiting (sluiting)
- deactivering
- tegenhouden
- afkappen
- een eind maken aan
- teugelen (in)
- doving
- pletten
- dempend
- stempelen
- Bloedstelping
- Bloedstelping
- verblijf
- Stam
- onderdrukkend
- terugkeer
Nearest Words of canning
Definitions and Meaning of canning in English
canning (p. pr. &vb. n.)
of Can
FAQs About the word canning
conserven
of Can
ophouden,einde,stoppend,stoppen met roken,stoppen,breken,afbreken,controle,voltooiing,concluderend
voortdurend,procedure,verdergaand,vorderend,rijden,doorzetten (met),Bijhouden,vorderende,draait op,actuerende
canniness => sluwheid, cannily => slim, cannikin => blikje, cannicula => Hondsdagen, cannibally => kannibaal,