Dutch Meaning of buying
kopen
Other Dutch words related to kopen
Nearest Words of buying
Definitions and Meaning of buying in English
buying (n)
the act of buying
buying (p. pr. & vb. n.)
of Buy
FAQs About the word buying
kopen
the act of buyingof Buy
Kopen,Aanschaffen,verkrijgen,verkrijgen,aankoop,nemen,(onderhandelen met),bieden,aanpakken,zakendoen (voor)
handel drijft in,marketing,verkoop,merchandising,Merchandising,detailhandel,verkoopautomaten
buyi => kopen, buyer's market => Kopersmarkt, buyers' market => Kopersmarkt, buyer => koper, buyback => Terugkoop,