Dutch Meaning of businesspeople
Zakenvrouwen en -mannen
Other Dutch words related to Zakenvrouwen en -mannen
- zakenmannen
- Verkopers
- zakenvrouwen
- kopers
- ondernemers
- Detailhandelaren
- leveranciers
- tussenpersonen
- ambachtslieden
- Dealers
- Distributeurs
- ondernemers
- Marketingmedewerkers
- kooplieden
- providers
- kopers
- Leveranciers
- handelaren
- Mensenhandelaren
- verkopers
- Groothandelaren
- Fabrieken
- Molens
- werkt
- landbouwers
- landbouwers
- agronomen
- Auteurs
- telers
- de oprichters
- landbouwers
- vaders
- Oprichters
- Founding fathers
- Generatoren
- Telers
- initiatiefnemers
- oprichters
- werklieden
- fabrieken
- Handelslieden
- grondleggers
- pioniers
- planners
- plantenbakken
- Planten
- leveranciers
- leveranciers
- onderzoekers
- winkels
- heren
- workshops
Nearest Words of businesspeople
- businessmen => zakenmannen
- businessman => zakenman
- businesslike => Zakelijk
- businesses => Bedrijven
- business traveler => Zakengebruiker
- business suit => pak
- business sector => Bedrijfssector
- business school => Businessschool
- business relationship => Zakelijke relatie
- business relation => Zakelijke relatie
Definitions and Meaning of businesspeople in English
businesspeople (n)
people who transact business (especially business executives)
FAQs About the word businesspeople
Zakenvrouwen en -mannen
people who transact business (especially business executives)
zakenmannen,Verkopers,zakenvrouwen,kopers,ondernemers,Detailhandelaren,leveranciers,tussenpersonen,ambachtslieden,Dealers
No antonyms found.
businessmen => zakenmannen, businessman => zakenman, businesslike => Zakelijk, businesses => Bedrijven, business traveler => Zakengebruiker,