Dutch Meaning of blindsided
blindsided
Other Dutch words related to blindsided
- Verbaasd
- verbijsterd (ver-bijs-tard)
- geschrokken
- verbijsterd
- verrast
- verbijsterd
- verbijsterd
- verbaasd
- ontsteld
- verbaasd
- verbaasd
- ontzagwekkend
- ontzagwekkend
- verbijsterd
- verward
- verdoofd
- ontsteld
- verbijsterd
- verbluft
- verschrikt
- Overweldigd
- geschokt
- verbluft
- verrast
- ontzag
- geweldig
- overweldigd
- met open mond
- met wijd opengesperde ogen
Nearest Words of blindsided
Definitions and Meaning of blindsided in English
blindsided
to hit unexpectedly from or as if from the blind side, the side on which one who is blind in one eye cannot see, to surprise unpleasantly, the side on which one that is blind in one eye cannot see, the side away from which one is looking
FAQs About the word blindsided
blindsided
to hit unexpectedly from or as if from the blind side, the side on which one who is blind in one eye cannot see, to surprise unpleasantly, the side on which one
Verbaasd,verbijsterd (ver-bijs-tard),geschrokken,verbijsterd,verrast,verbijsterd,verbijsterd,verbaasd,ontsteld,verbaasd
informeel,nonchalant,onberoerd,Blazerig,blasé
blindingly => Verblindend, blights => plagen, blew up => opblazen, blew smoke => blies rook, blew out => uitblazen,
