Dutch Meaning of blessedness
zegening
Other Dutch words related to zegening
- gelukzaligheid
- geluk
- vreugde
- Zaligsprekingen
- Gelukzaligheid
- extase
- genot
- gelukzaligheid
- vreugde
- Vreugde
- plezier
- tevredenheid
- vrolijkheid
- Comfort
- tevredenheid
- delectatie
- plezier
- verheugenis
- opgetogenheid
- euforie
- opwinding
- overvloed
- vreugde
- vrolijkheid
- Glee
- roem
- voldoening
- hemel
- hoog
- Vrolijkheid
- vreugde
- Jubel
- Lichtvoetigheid
- vrolijkheid
- nirvana
- paradijs
- vervoering
- Zevende hemel
- vervoer
- triomf
- verrukking
- Warme gevoelens
- doodsstrijd
- angst
- Ramp
- ellende
- Verdriet
- Verdriet
- Ongeluk
- wee
- ellende
- Blues
- neerslachtigheid
- depressie
- verwoesting
- neerslachtigheid
- somberheid
- somberheid
- hel
- onbehagen
- Vreugdeloosheid
- melancholie
- lijden
- neerslachtigheid
- desolate
- ontmoediging
- mismoedigheid
- windstilte
- neerslachtigheid
- Gehenna
- Rouw
- klaaglijkheid
- vagevuur
- Droefheid
Nearest Words of blessedness
Definitions and Meaning of blessedness in English
blessedness (n)
a state of supreme happiness
blessedness (n.)
The state of being blessed; happiness; felicity; bliss; heavenly joys; the favor of God.
FAQs About the word blessedness
zegening
a state of supreme happinessThe state of being blessed; happiness; felicity; bliss; heavenly joys; the favor of God.
gelukzaligheid,geluk,vreugde,Zaligsprekingen,Gelukzaligheid,extase,genot,gelukzaligheid,vreugde,Vreugde
doodsstrijd,angst,Ramp,ellende,Verdriet,Verdriet,Ongeluk,wee,ellende,Blues
blessedly => gezegend, blessed virgin => Maagd Maria, blessed trinity => Heilige Drie-eenheid, blessed thistle => Mariadistel, blessed event => Gezegende gebeurtenis,